Marijke van Eijkeren - Fotograaf
Home | Galerie | Blog | Routes | Publicaties | WerkAanDeMuur | Over mij | Contact

Blog 2020

Januari

Landgoed Beerschoten

Januari, tijd voor nieuwe plannen. Niet werken aan een project blijkt op den duur minder bevredigend. Het in eigen beheer uitgeven van 'Houten: het landschap' en 'Kromme Rijn: het landschap' gaf veel voldoening. Maar alles zelf doen - inclusief de marketing, verkoop en distributie - is tijdrovend. Het leuke van deze twee projecten was ook dat alles op fietsafstand lag. Voor de logische opvolger van de twee boeken, de Utrechtse Heuvelrug, ligt dit wat lastiger. Voorlopig plan: deelgebiedjes bezoeken en in beeld brengen op mijn website. Een excursie op Landgoed Beerschoten aan de voet van de Utrechtse Heuvelrug is een mooie start. Hier begint de Stichtse Lustwaranda.

In de Middeleeuwen was Beerschoten een uithof van het vrouwenklooster in De Bilt. In de 17de eeuw viel het gebied in particuliere handen en werd Beerschoten ingericht als landgoed. De grond rond het landhuis was eerst nog in gebruik voor de productie van voedsel en hout. In de 18de eeuw werd het landgoed ingericht als parkbos, eerst in formele stijl, later deels in de Engelse Landschapsstijl. De slingerende waterpartij langs Huis Beerschoten en verder het terrein in versterkt het natuurlijk karakter van deze stijl. De sprengen werden gevoed met kwelwater afkomstig van de hoger gelegen gronden. Door waterwinning is de grondwaterstand dusdanig lager geworden dat de sprengen op Beerschoten droog kwamen te liggen. Tegenwoordig wordt het water kunstmatig aangevuld.

De crisis in de jaren dertig van de vorige eeuw raakte ook de rijke kooplieden. Zij konden hun landgoederen niet meer betalen. Die raakten in verval of werden gebruikt als kantoren met rondom parkeerplaats. Het Utrechts Landschap nam het initiatief om het cultureel erfgoed te behouden en te herstellen. Zo kwam er op landgoed Beerschoten een beeldenpark met beelden van Jits Bakker. Bij het kunstwerk de 'Trompettist' was Miles Davis zijn inspiratiebron. Het beeldenmuseum ligt meteen achter het koetshuis waar nu het bezoekerscentrum van het Utrechts Landschap is gevestigd.

De ondergrond van Beerschoten bestaat uit grof zand en grind uit de voorlaatste ijstijd met daarover een laag fijner dekzand uit de laatste ijstijd. Met het opwarmen van de aarde raakte de grond weer begroeid. De landbouw voegde daar weer potstalgrond, mest van schapen vermengd met heideplaggen, aan toe. Op de landgoederen werden vooral beuken en eiken geplant. Op Beerschoten zie je veel beuken. Het beukenbos dat onderdeel is van het sterrenbos is eenvormig. Dat de struiklaag ontbreekt, is kenmerkend voor beuken. Het dichte bladerdek laat geen zonlicht door, de dikke laag gevallen blad verteert slecht en vormt ruwe humus. Bovendien is het fijnmazige, oppervlakkige wortelstelsel van de beuken een zware concurrent voor andere planten.

Beerschoten heeft twee sterrenbossen die stammen uit de tijd dat er een formeel lanenstelsel werd aangelegd op het landgoed. De vijf lanen die uitkomen op de konijnenheuvel zijn er nog steeds. Bij de vissenkom is de sterrenstructuur verdwenen. Dat gebeurde waarschijnlijk in de tijd dat het parkbos werd omgevormd in de Engelse landschapsstijl. In de vissenkom werden vissen voor consumptie gekweekt voor de bewoners van het landhuis en hun gasten. Zo hadden ze altijd verse vis.

Het paraplulaantje bij de vissenkom dankt zijn naam aan de beuken aan weerszijden van het pad die naar elkaar toegebogen staan. In de zomer zorgt het dichte bladerdak voor een natuurlijke parasol. Zo werden de dames die hier wandelden niet gebruind door de zon. Blank was in de negentiende eeuw de mode. Zo konden zij laten zien dat ze niet op het land hoefden te werken. Berceau is de naam voor zo'n in een boog gesnoeid laantje. De takken werden vastgebonden aan een geraamte in de vorm van een boog. Het laantje is al lang niet meer gesnoeid, vandaar de vreemde vorm van de beuken.

Een aantal jaren geleden is Beerschoten grondig aangepakt onder meer om cultuurhistorische elementen weer zichtbaar te maken. Zo werden de eikenhakhoutbosjes in ere hersteld. Het hout werd vroeger voor verschillende doeleinden gebruikt. Om de zoveel jaar werden de eiken gekapt. Op de stronken die overbleven vormden zich nieuwe uitlopers. Je herkent ze aan de grillig gevormde stammetjes.

Onderhoud betekent soms dat er prachtige oude bomen gekapt moeten worden. De reden is niet altijd zo zichtbaar. Maar bomen langs het pad die van binnen verrot zijn moeten uit het oogpunt van veiligheid plaats maken voor nieuwe aanplant. Als herinnering is de stronk van een van die oude bomen bewaard gebleven. Je kunt er het gezicht van een heks in zien.