Marijke van Eijkeren - Fotograaf
Home | Galerie | Blog | Routes | Publicaties | WerkAanDeMuur | Over mij | Contact

terug

Wandeling over Landgoed Heidestein en Bornia

Heidestein en Bornia vormen samen met Noordhout het grootste aaneengesloten natuurgebied van het Utrechts Landschap. Noordhout is rustgebied voor de dieren, maar in Heidestein en Bornia kun je een prachtige gemarkeerde wandeling maken van bijna 10 km. Je loopt over licht geaccidenteerd terrein aan de voet van de Utrechtse Heuvelrug.

Het natuurgebied bestaat uit hei en zandverstuiving begroeid met naaldbomen. Drentse heideschapen eten de jonge boompjes en zorgen er zo voor dat de heide niet dichtgroeit. Ze kunnen er vrij rondlopen, maar de drachtige schapen staan zo vlak voor de geboorte van de lammeren bij de schaapskooi. Die staat er sinds 1884.

De gebieden waar schapen lopen zijn streng verboden voor honden. Ook aangelijnd zijn ze niet welkom. Om te voorkomen dat honden de schapen toch lastig vallen, kom je het gebied alleen binnen via een hek met daarachter een trappetje op, trappetje af. Duidelijker dat je hier niet met honden mag komen, kunnen ze het niet maken.

Voor kinderen is er vanaf de schaapskooi een korte route uitgezet met weetjes over de natuur. Elk seizoen is er een nieuw thema. Op deze dag in februari gaat het over de vogels op Heidestein. Goudhaantjes en staartmeesjes hoor je het jaar rond, maar op de tjiftjaf is het nog even wachten. Het is wel een van de eerste vogels die in het voorjaar terugkeert uit het warme zuiden. Met zijn karakteristieke tjiftjaf geluid laat hij luidkeels horen dat de lente echt is begonnen. En ja, het is een hij. De mannetjes arriveren als eerste om een territorium veilig te stellen.

Heidestein

Na de schaapskooi kom je al snel bij een groot ven met middenin een eilandje. Het is in opdracht uitgegraven door De Wetstein Pfister, die begin vorige eeuw eigenaar werd van Heidestein. Teruggekeerd uit Nederlands Indië koos hij vanwege een dochter met astma voor dit droge gebied. Het landhuis dat er al stond werd grondig verbouwd en rondom verrees een park in Engelse landschapsstijl. Vlak voor het begin van de Tweede Wereldoorlog brandde het huis tot de grond toe af. Het theehuis is bewaard gebleven. Onder het theehuis is een waterreservoir en op de begane grond, in de wal waarop het gebouw staat, een ijskelder.

De vijver werd met de hand gegraven in het kader van de werkverschaffing. Daar kwam veel grond bij vrij. Die werd gebruikt voor het opwerpen van een aarden wal aan een kant van de vijver. Je kunt er overheen lopen, maar ook onderdoor via twee tunnels. De tunnels lopen in een bocht en in het midden is het aardedonker. Dat maakt het extra spannend en verrassend wat je aan de andere kan zult zien. Een derde tunnel verbindt de vijver met een gegraven sloot. Daar kon je met een bootje onderdoor varen.

Met het graven van een vijver ben je er nog niet. Er moet ook water in en dat is een probleem in een gebied waar de grondwaterstand zo laag is dat de vegetatie alleen gevoed wordt door regenwater. Met zijn achtergrond als waterbouwkundig ingenieur loste De Wetstein Pfister dit probleem op. Hij liet een sprengensysteem aanleggen met drie vijvers en watergangen in het toen nog kale gebied. Via betonnen bruggetjes kom je aan de andere kant. Dat is bijzonder want beton was in die tijd niet zo gebruikelijk als bouwmateriaal.

Even verderop ligt bij de zandverstuiving een heuvel met een markante spar. Het was het afslagpunt van een van de holes van de golfbaan die er al lag voordat De Wetstein Pfister er kwam wonen. De bal moest van hieruit over het ven geslagen worden dat erachter ligt. In die tijd was Heidestein nog een kale, dorre vlakte met hei en zandverstuiving. Net als bij Bornia bestaat de ondergrond uit stuifzand. De Wetstein Pfister plantte bos aan, waardoor het uiteindelijk niet meer geschikt was als golfterrein.

heidestein

Bij toeval ontdekte de ingenieur op de plek waar nu het vennetje ligt een waterbron die als sprengkop zou gaan dienen. Op deze locatie werd zand afgegraven voor de buurman op Bornia die een tegelbedrijf had. Dat leidde tot de ontdekking van de bron. Een slim aangelegd waterstelsel voorzag niet alleen de grote vijver van water maar ook een zwembad en de moestuin. Twee Amerikaanse windmolens voorzagen het landgoed van elektriciteit.

Heidestein en Bornia liggen aan de voet van de Utrechtse Heuvelrug. In de voorlaatste ijstijd stuwde de gletsjer die tot halverwege Nederland kwam zand en grind op die de meanderende rivieren hier hadden afgezet. Toen het warmer werd spoelde zand van de stuwwal samen met het smeltende ijs naar beneden. Deze waaiervormige spoelzandvlaktes werden in de laatste ijstijd bedekt met fijn zand. De gletsjer kwam niet meer zover, maar door de kou en droogte groeide er niets en had het fijne zand vrij spel. In de loop der tijd raakte het gebied wel weer begroeid en was de mens er de oorzaak van dat het zand opnieuw ging stuiven. In de Middeleeuwen werd bos gekapt, de grond uitgeput en door overbegrazing kaalgevreten. De wind had weer vrij spel op het zand en zo ontstonden de koepelduintjes die nu zo kenmerkend zijn voor Heidestein en Bornia. Ze doen denken aan grafheuvels, maar dat zijn het niet.

Bornia

De gemarkeerde wandelroute bestaat uit twee lussen die elkaar bij het vennetje raken. Daar begint landgoed Bornia. Bij het vennetje kun je overstappen naar de rondwandeling op Bornia. Dat terrein is duidelijk meer geaccidenteerd. Hier vind je ook de hoogste koepelduintjes. In 1974 kreeg het Utrechts Landschap Heidestein in bezit dankzij een schenking van mevrouw De Wetstein Pfister. De zandverstuiving was in de loop der tijd bijna verdwenen, net als de hei. Door beheersmaatregelen, kap van bomen en begrazing door schapen, verbindt het Utrechts Landschap de stukjes overgebleven hei en zandverstuiving weer met elkaar. Dat zorgt voor een grotere biodiversiteit, soorten als zandhagedis kunnen zich weer herstellen.

Op meerdere plekken is het zand tussen de wortels van de naaldbomen weggespoeld. Zo kun je mooi zien hoe de wortels horizontaal en verticaal groeien en de boom verankeren in de grond.

gaspeldoorn

In februari zijn het vooral de naaldbomen en de mossen die nog wat kleur geven aan de natuur. Maar op sommige plekken word je verrast door gele bloemetjes die aan brem doen denken. Het is de vrij zeldzame Gageldoorn die vooral op heide en zandgrond groeit. Zeldzaam omdat de groenblijvende plant niet bestand is tegen strenge vorst. Maar in een zachte winter als deze kan hij de hele winter door bloeien. In de Middeleeuwen werden de scherpe stekels van deze doornige plant gebruikt als sluiting voor kleding.